De financiers van het Fonds Religieus Erfgoed (FRE) verwachten dat wij focus leggen op maximale maatschappelijke waarde bij een min of meer vast financieel rendement. Daarom zorgen wij bij onze herbestemmingen op groepsniveau voor maatschappelijke baten ter grootte van tenminste tweemaal de financiële investering. De Rijksoverheid beschouwt dit als een zeer aantrekkelijk niveau.
In Nederland zullen naar verwachting de komende jaren 1.700 van de 7.100 kerkgebouwen leeg komen te staan of te koop worden aangeboden. Deze opgave is zo omvangrijk, dat brede samenwerking van kerken, overheid, investeerders en gemeenschappen noodzakelijk is.
FRE investeert in religieus erfgoed en zorgt voor de gebouwen met restauratie, verduurzaming en transformatie. Met respect voor de historie, oog voor de toekomst en verstand van maatschappelijk investeren, geeft FRE deze gebouwen in eigen beheer een nieuwe bestemming met passende huurders en gebruikers. Dat doen wij samen met impactinvesteerders, zoals pensioenfondsen en maatschappelijk betrokken vermogende families, die het fonds voeden met financiële middelen, en steun van de overheid. Wij ontzorgen kerkbesturen met een transparant verkoopproces. Daarbij is voortgezet (neven)gebruik voor samenkomsten altijd bespreekbaar.
“Een goed en gedragen plan is de basis voor maximale maatschappelijke waarde“
Bij het maken van een plan voor herbestemming, moeten we al keuzes maken die leiden tot maximale maatschappelijke waarde. Deze keuzes wegen we aan de hand van onze duurzame ontwerpprincipes, gebaseerd op de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties.
Met de duurzame ontwerpprincipes zorgt FRE dat de potentiële maatschappelijke waarde van religieus erfgoed optimaal wordt herkend, afgewogen én benut. Maar dit moet uiteraard wel structureel worden aangetoond. Daarom verantwoorden wij elk plan met een Milieukostenindicator (MKI) berekening en een Maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA). De MKI berekening kwantificeert de milieukosten van bouwmaterialen in de gehele levenscyclus, inclusief de (energie)impact van logistiek, montage, demontage, hergebruik en/of verwerking tot nieuwegrondstof. De MKI waarde is tevens input voor de MKBA-berekening. Daarmee worden de maatschappelijke baten vertaald in financiële termen, waarna de kosten met de baten worden vergeleken. Witteveen+Bos voert deze berekeningen reeds sinds de jaren ’90 uit. De methode is wetenschappelijk onderbouwd, volwassen en wordt onder andere door de Rijksoverheid voorgeschreven bij investeringen in infrastructuur.
De milieu impact (MKI) en maatschappelijke waarde (MKBA) kan voor elk her te bestemmen kerkgebouw verschillend zijn. Elk gebouw is immers uniek (omvang, staat, kenmerken) en heeft een andere planopgave (functie, locatie, mogelijkheden). Daardoor is het onwerkbaar om een generieke absolute norm te formuleren voor individuele kerkgebouwen. Voor een (groot) cluster is dit eenvoudiger omdat individuele verschillen zich dan op groepsniveau vereffenen. Daarom hanteren we relatieve doelstellingen met onderscheid tussen individuele kerkgebouwen en de samengestelde clusters kerkgebouwen.
In onderstaande tabel is de MKI doelstelling in de tijd weergegeven. Bouw- en materiaaltechnieken worden steeds schoner, waardoor de normstelling van FRE voor de milieu-impact met de tijd steeds scherper moet worden gesteld.
Milieu impact (MKI) | Nul-variant1 | doelstelling 2024 | doelstelling 2030 |
---|---|---|---|
individueel | 100% | 70% | 50% |
Cluster | 100% | 60% | 40% |
Voor de doelstelling van de maatschappelijke baten gebruikt FRE een baten-kostenratio. Deze ratio drukt de maatschappelijke baten uit ten opzichte van de investerings-, onderhouds- en exploitatiekosten over een periode van 100 jaar. We sluiten aan bij de normstelling die de overheid hanteert bij investeringen in infrastructuur: een ratio > 1,0 is maatschappelijk rendabel, > 1,5 is maatschappelijk aantrekkelijk en > 2,0 is maatschappelijk zeer aantrekkelijk.
Baten-kosten ratio (MKBA) | Nul-variant1 | doelstelling |
---|---|---|
individueel | <1 | >1.5 |
Cluster | <1 | >2 |
FRE gebruikt deze methoden als basis voor haar ESG rapportage. Momenteel werken we nog aan een heldere vertaling naar de nieuwe ESG regelgeving. Zodra dat gelukt is, zullen we de tekst daarmee uitbreiden.
Onze investeerders eisen van ons maximale maatschappelijke waarde tegen een min of meer vast rendement. In het eerste jaar gaan we in een pilot uitvinden of we deze lat gemakkelijk of juist moeilijk halen. Mocht de lat te laag zijn, dan stellen we bij na de pilot. Overigens zullen we elk jaar de lat moeten evalueren, aangezien de ontwikkeling van duurzame technieken snel gaat. Duurzaam vandaag is niet per sé duurzaam morgen.
Deze zorg kunnen wij alleen wegnemen door onze plannen expliciet te verantwoorden op basis van genormeerde rekenmethoden. De milieukostenindicator MKI en de MKBA methoden zijn genormeerde instrumenten van de Rijksoverheid. Daarom weten wij zeker dat onze berekeningen van de milieu-impact en maatschappelijke waarde correct zijn.
Meer informatie?
Stuur ons een bericht via dit formulier. Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.